Bel met ons: 0314-631547 · info@dorpsschoolhalle.nl

Schoolklimaat en veiligheid

SCHOOLKLIMAAT

Wij werken met het PAD leerplan!

Wat is het PAD-leerplan?
Het PAD-leerplan is een programma om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te stimuleren.
PAD betekent: Programma Alternatieve Denkstrategieën.
U kunt het ook eenvoudiger vertalen: Proberen Anders te Denken.
Het PAD-leerplan is er voor alle groepen van de basisschool.
Gedurende alle acht schooljaren komen vier thema’s aan de orde tijdens ongeveer twintig lessen per leerjaar. Het gaat om ‘zelfbeeld’, ‘zelfcontrole’, ‘gevoelens’ en ‘probleem oplossen’.

Waarom PAD?
Scholen worden in toenemende mate geconfronteerd met problematiek van psychosociale aard: agressie, pestgedrag, impulsief gedrag en sociale angst.
Om een veilig en prettig schoolklimaat te bewerkstelligen werken wij al met positief gestelde schoolregels.
et PAD biedt ons een programma om van groep 1 t/m 8 te werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.

PAD op school
We proberen op school uw zoon of dochter te leren samenwerken met andere kinderen, te leren samenspelen, anderen te helpen, ruzietjes oplossen en voorkomen; kortom allemaal dingen die uw kind in zijn leven nog vaak nodig zal hebben. We proberen dit op een gezellige en prettige manier te doen.
Een heel belangrijk punt van het PAD-leerplan is dat de PAD-lessen fijne lessen zijn en dat kinderen het plezierig vinden om PAD-les te hebben.
Een fijne sfeer en een goed schoolklimaat komt ook het leerwerk ten goede.
Binnen de school zijn er gezamenlijke schoolregels afgesproken die in de klassen hangen .
De leerkracht benadert de kinderen positief en probeert bij het kind de aandacht te richten op zijn of haar sterke kanten. Door het positieve gedrag of inzet te belonen krijgt een kind een positief beeld over zichzelf en zal het zich daarnaar gaan gedragen. Bij ruzies tussen kinderen treedt de leerkracht begeleidend op en zorgt hij of zij ervoor dat de kinderen zelf komen tot een analyse van de ruzie en een oplossing.
De leerkracht heeft ook een voorbeeldfunctie in de manier waarop hij of zij met collega’s omgaat.

PAD en u als ouder(s)/ verzorger(s)
Sommige PAD-lessen maken gebruik van huiswerkopdrachten.
Het is fijn als u deze opdrachten samen met uw kind maakt en be

Binnen de Dorpsschool heerst een sfeer die bevordert dat kinderen:

  • Met plezier naar school gaan.
  • Zichzelf kunnen zijn.
  • Belangstelling hebben voor elkaar.
  • Elkaar accepteren zoals ze zijn.
  • Elkaar niet pesten of discrimineren.
  • En waarin de leerkracht:
  • Er is als persoon.
  • Oor en oog heeft voor de kinderen en hun ouders.
  • Kinderen accepteert met hun ‘eigen’ aardigheden.
  • Met plezier en humor professioneel lesgeeft.
  • Kinderen aanspreekt op hun verantwoordelijkheden.
  • Een voorbeeldfunctie heeft.

 

ROTS EN WATER 

In alle groepen wordt de weerbaarheidstraining ‘Rots en Water’ gegeven.
Het Rots en Water programma is een actief programma dat in de gymlessen gegeven wordt.
Wij vinden dit programma een goede aanvulling op het PAD-leerplan.
Rots en Water is een psycho-fysieke training, waarin jongens en meisjes hun lichaam, hun emoties, zichzelf en de ander beter leren kennen.
Voor het ontwikkelen van een eigen identiteit, zelfkennis en voor het maken van keuzes en sociale contacten is een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van belang.
De sociaal-emotionele ontwikkeling omvat twee deelgebieden: de fysiek-emotionele ontwikkeling en de verbaal-emotionele ontwikkeling.
Het Rots en Water programma heeft elke bijeenkomst aandacht voor beide gebieden; vanuit actie, bewegen, ervaren, stoeispelen naar reflectie en kringgesprek.
De Rots-kwaliteit staat voor het bewustzijn van de eigen mogelijkheden en persoonlijke levensweg. (weerbaarheid)
De Water-kwaliteit staat voor het inzicht en de ervaring dat een mens met anderen verbonden is. (meebewegen)
Onder weerbaarheid valt ook de voorbereiding van groep 8 op de overstap naar het voortgezet onderwijs. Hieronder valt seksuele opvoeding, voorlichting over alcohol en drugs, voorlichting bureau Halt e.d.
Voor een deel gebeurt dit door gastlessen of voorlichtingsavonden.
Elk jaar krijgen de ouders van groep 8 hierover informatie.

Veiligheid 

Kinderen moeten zich op school veilig en op hun gemak voelen. Niet alleen in hun eigen lokaal, maar in het hele gebouw en op het schoolplein. Zelfs de weg van school naar huis moet zo veilig mogelijk zijn. Werken aan een veilige school zien wij als een belangrijke taak. Een taak waarbij wij als school een belangrijke rol spelen en waaraan wij met de kinderen, ouders en soms met anderen zoals gemeente en politie werken. *Een belangrijke voorwaarde voor een veilig gevoel is het totale schoolklimaat. Omgangsvormen, voorbeeldgedrag, consequent optreden, goede afspraken en regels en de pedagogische benadering zijn belangrijk. Deze krijgen tijdens de dagelijkse gang van zaken in de school aandacht. Soms bewust en met een bepaald doel. Soms verweven in de vakken en andere gebeurtenissen. *Op onze school hebben onder meer de volgende onderdelen aandacht gekregen: Start van het schooljaar/groepsvorming, Protocol tegen pesten, gedragsregels, ontruimingsplan, scholing (ongevallen op school en bedrijfshulpverlening), PAD (sociaal-emotionele ontwikkeling), weerbaarheid-training Rots en Water, risico inventarisatie door Gemeente, GGD en ARBO dienst, pleinregels, verkeersopvoeding en de klachtenregeling.

Veiligheidsplan
In het veiligheidsplan staan de volgende punten beschreven:
1. calamiteitenplan
2. regels van de school en pestprotocol
3. beleid agressie en geweld
4. beleid seksuele intimidatie

1. Calamiteitenplan
In het calamiteitenplan staan omschreven:
– algemene gegevens van de school
– plattegrond van het gebouw
– ontruimingsplan
– brandveiligheid tijdens feestdagen/festiviteiten
– protocol informatievoorziening naar de ouders/verzorgers toe

Bedrijfshulpverlening (BHV)
De Dorpsschool beschikt over 4 gediplomeerde BHV-ers, te weten:
Cindy te Pas, Wim Markhorst, Sonja Wassink en Rick Wolsink
Deze werknemers nemen jaarlijks deel aan herhalingscursussen voor de onderdelen:
– Brand en Ontruiming
– EHBO

In de school zijn meerdere EHBO-dozen aanwezig.
Deze zijn te vinden in de gang, in de kast bij het lokaal van groep 3.
eze wordt regelmatig gecontroleerd!
Brandblussers bevinden zich in de CV-berging en bij de ingang van de lerarenkamer. Haspels hangen bij het lokaal van groep 3 , lokaal van groep 1-2 en in de gang bij groep 6.
Het ontruimingsplan wordt twee keer per jaar geoefend met alle leerlingen.

2. Regels in en om de school
Op schoolniveau zijn er 4 belangrijke regels vastgesteld die elk jaar met de leerlingen worden besproken,
en die in elk lokaal hangen:

1. Wees aardig voor jezelf, de anderen en de leerkrachten.
2. Iedereen is zuinig op het materiaal en de omgeving.
3. Je hebt het recht om zonder gepest te worden op school te leren en te spelen.
4. De leerlingen en de leerkrachten moeten fijn kunnen werke

Pestprotocol
Preventief:
Deze hoofdregels worden elk schooljaar opnieuw onder de aandacht van de leerlingen gebracht. Eens in de twee jaar verbinden we er een project aan van 3 tot 4 weken. Dit betekent dat er een serie speciale lessen wordt gegeven naast het invoeren van de regels.
Actief:
Daar waar onmiddellijk ingrijpen is vereist, wordt het gedrag met het kind en zijn of haar ouders besproken. Daarnaast zijn er materialen/lessenseries op school aanwezig waarmee we het betreffende kinderen kunnen begeleiden.
Door inzet van de methode PAD en de Rots en Water lessen werken wij actief aan het bevorderen van de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen en hopen wij pestgedrag actief te reduceren.

In het personeelsbeleidsplan staat een gedragscode beschreven:
Gedragscode
– Leraren, leerlingen en ouders dienen zich van seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen of
toespelingen te onthouden.
– Men dient zich te onthouden van non-verbale toespelingen en handelingen die kwetsend of
discriminerend van aard zijn.
– Er worden geen toespelingen gemaakt op geaardheid en huidskleur waardoor mensen zich gekwetst
voelen.
– Affiches en tekeningen in de school laten de leerlingen in hun waardigheid en geven geen bedekte
toespelingen. Dit geldt ook voor illustraties en tekeningen in de schoolkrant.
– Essentieel voor ongewenste intimiteiten is dat het gedrag betreft dat gekenmerkt wordt door
eenzijdigheid, ongewenstheid of dwang.
– Het criterium ‘gewenst’ of ‘ongewenst’ ligt bij degene die het overkomt.

Omgang met collega’s en ouders
Naast bovengenoemde afspraken gelden de volgende:
– De teamleden doen geen compromitterende uitspraken over collega’s
– Mededelingen over de ontwikkelingen van kinderen horen thuis in de teamvergadering en worden niet in pauzes gedaan in het bijzijn van niet-teamleden.
– Onderling spreken de teamleden elkaar op professionele wijze aan over taken en
verantwoordelijkheden.
– Gesprekken over het functioneren van leraren worden door de directie gevoerd; signaleren teamleden zorgelijke ontwikkelingen dan stellen ze hier de directie van op de hoogte.
– De teamleden laten elkaar in hun waarde; in discussies wordt nooit op de persoon gespeeld.
– Gesprekken met ouders vinden bij voorkeur plaats in ruimtes waar men gezien kan worden.
– Aan ouders worden nooit mededelingen over andere kinderen of collega’s gedaan die privacygevoelig zijn dan wel gaan over de ontwikkeling of het functioneren van het kind of de collega.

Persoonlijk contact met de leerling
– Zonder een aanwijsbare opdracht/reden worden geen kinderen op school alleen gehouden met de
leraar.
– Er worden geen kinderen thuis uitgenodigd.
– Ouders worden ingelicht als het nodig is met het kind / kinderen individuele activiteiten te ontplooien op school of na schooltijd.
In de schoolsituatie
– Leerlingen worden getroost en beloond op een wijze die niet aanstootgevend is.
Toezicht in de kleedkamers en doucheruimten
– Vanaf groep 5 is het ongewenst deze ruimtes onaangekondigd binnen te lopen. Met de kinderen wordt de afspraak gemaakt eerst aan te kloppen om zo de kinderen de gelegenheid te geven om bijvoorbeeld een handdoek om te slaan. Alleen ruimten van kinderen met gelijke sekse worden in principe betreden. In (pedagogische) noodsituaties kan hiervan worden afgeweken

Lichamelijke hulp
– Als het kind hulp vraagt bij het aankleden of uitkleden dan wordt deze hulp gegeven door de betreffende leraar.
– Er wordt te allen tijde rekening gehouden met de gevoelens van leerlingen; leerlingen die niet douchen, moeten van hun ouders een schriftelijk verzoek hiertoe overleggen.
Gebruik van mobiele telefoons
Voornamelijk in de bovenbouw wordt geregeld geconstateerd dat leerlingen mobiele telefoons mee naar school nemen. Het meenemen is niet verboden, maar het gebruik op school wel, telefoons moeten uit! Alleen mag indien noodzakelijk, met toestemming van de leerkracht gebeld worden. Het meenemen van een mobiele telefoon gebeurt op eigen risico. De school stelt zich niet aansprakelijk bij diefstal of beschadiging.

Kleding
Wij stellen het op prijs als er geen kleding wordt gedragen met een discriminerende of seksueel getinte teksten of afbeeldingen.
Buitenschoolse activiteiten
In situaties waar de omgang in het algemeen wat losser is, is het belang van duidelijke afspraken des te groter. Dit geldt voor het schoolkampen, een schoolreisje, de sportdag, het Halse Feest, toernooien en excursies. Afspraken bieden duidelijkheid en geven veiligheid om evenementen goed te doen verlopen. Deze afspraken worden per evenement bepaald.
# De gedragscode is niet alleen op de teamleden, maar op iedereen die bij het werk in de school betrokken is, van toepassing.

3. Beleid agressie en geweld
Onder agressie en geweld wordt in de wetsbepaling verstaan: voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid.
(Arbeidsomstandighedenwet 1998, Artikel 1)

In het geval van agressie of geweld veroorzaakt door een ouder/leerling gelden de volgende maatregelen:

  • De betreffende ouder/leerling heeft een gesprek met de leidinggevende, en
  • De betreffende ouder/leerling krijgt een schriftelijke waarschuwing van de directie,
    in deze brief wordt ook de uitkomst van het gehouden gesprek beschreven.

Mogelijke aanvullende maatregelen:

  • De betreffende ouder/leerling kan de toegang tot de klas worden ontzegd.
  • De periode van ontzegging kan variëren van een week tot een jaar.
  • De betreffende ouder/leerling kan de toegang tot de school worden ontzegd.
  • De periode van ontzegging kan variëren van een week tot een jaar.
  • Bij lichamelijk geweld wordt onmiddellijk aangifte gedaan bij de politie.
  • De uiteindelijke besluitvorming ligt bij de directie en het bestuur.
  • De medewerker, die te maken heeft gehad met agressie en geweld, kan te allen tijde besluiten zich rechtstreeks tot de klachtencommissie te wenden. In principe stelt de medewerker de leidinggevende op de hoogte dat hij/zij een klacht heeft ingediend bij de klachtencommissie.
    Taken van de vertrouwenspersoon
  • De vertrouwenspersoon is aanspreekpunt voor medewerkers die te maken hebben met alle vormen van ongewenst gedrag, zoals agressie, geweld, discriminatie en seksuele intimidatie.
    Op onze school is Wim Markhorst vertrouwenspersoon.

4. Beleid seksuele intimidatie
Onder seksuele intimidatie wordt verstaan:
Binnen of in samenhang met de onderwijssituatie voorkomende seksueel gerichte aandacht, tot uiting komend in verbaal, fysiek of ander non-verbaal gedrag, dat opzettelijk of onopzettelijk kan zijn, en door degene die het ondergaat als ongewenst wordt ervaren, dan wel in een situatie van machtsongelijkheid plaatsvindt.
Wij gebruiken het landelijke model klachtenregeling seksuele intimidatie van de Vereniging Bijzondere Scholen voor incidenten betreffende seksuele intimidatie.
Klachten over agressie/geweld/seksuele intimidatie kunnen in eerste instantie worden gemeld bij de schoolcontactpersoon. Binnen onze school is dat Wim Markhorst.
De contactpersoon kan u doorverwijzen naar een extern vertrouwenspersoon, dit is mevrouw Yvonne Kamsma, onderwijsadviseur IJsselgroep te Doetinchem.
Overigens kan een medewerker ook rechtstreeks contact opnemen met de vertrouwenspersoon of leidinggevende!
De vertrouwenspersoon kan de klacht neerleggen bij de Klachtencommissie (088-0931888).